Iedereen die in Nederland laserpointers verhandelt aan consumenten is gehouden aan de Warenwet en Warenwetbesluit Algemene Productveiligheid. Zo valt een laserpointer met batterijen onder de richtlijn Algemene Productveiligheid (2001/95/EG, geldig vanaf 15 januari 2004). Het is de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA), als onderdeel van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, die toeziet op de naleving van de Warenwet.
Veelal worden laserpointers aangeboden via internationale webwinkel en internet verhandelplaatsen als Markplaats.nl. Het betreft vaak laserpointers met optische vermogens van enkele tientallen tot honderden milliWatts. Binnen de oogreflex van 0,25 seconden bestaat een kans op tijdelijke of blijvende oogschade.
Stel dat een groene laserpointer met een golflengte van 532nm wordt gebruikt met een vertrekkende bundeldiameter van 1mm en een bundeldivergentie van 1mrad (iedere meter verder wordt de bundeldiameter 1mm groter). De laserveiligheidsnorm IEC EN 60825-1:2007 levert de oogbeschadigingsdrempel bij deze golflengte van 6,3 Joule per vierkante meter oftewel 25 Watt per vierkante meter bij een belichtingstijd van 0,25 seconde (de oogreflextijd).
Nu kunnen we een gevarenafstand bepalen, die we definiëren als de afstand tot de laserpointer waarbij de intensiteit precies gelijk is aan de oogbeschadigingsdrempel. Dit betekent dat er een kans op oogschade bestaat bij afstanden kleiner dan deze gevarenafstanden, immers daar is de intensiteit groter dan de oogbeschadigingsdrempel. De tabel geeft de gevarenafstand afhankelijk van het optische vermogen van de laserpointer.
Laservermogen [W] Gevarenafstand [m]
0,01 20
0,1 70
1 225
10 705
100 2240
Lasergevarenafstand als functie van het laservermogen bij een golflengte 532nm, divergentie 1mrad en een startdiameter van 1mm.
De VWA stelt dan ook al terecht in september 2006 (VWA informatiebladnr. 26) dat het verhandelen van laserpointers aan consumenten van laserklassen 3R, 3B en 4. niet is toegestaan.