Ik denk dat je mogelijks wat te optimistisch bent geweest in je tabel, aangezien je bij elke week na de wissel ook weer 10 gram van stof x erbij moet rekenen.
Dan kom je uit op:
W1= 10 gram startwaarde
20% oud water eruit = (-2 gram) dus nog 8 gram over, maar door inbreng van vers water (of wat dan ook) breng je weer 10 gram in, dus startwaarde voor W2 = 8 + 10 = 18 gram.
W2 = 18 gram startwaarde
20% oud water eruit = (-3,6 gram) dus nog 14,4 gram over, maar door inbreng van vers water (of wat dan ook) breng je weer 10 gram in, dus startwaarde voor W3 = 14,4 + 10 = 24,4 gram.
W3 = 24,4 gram startwaarde
20% oud water eruit = (-4,88 gram) dus nog 19,52 gram over, maar door inbreng van vers water (of wat dan ook) breng je weer 10 gram in, dus startwaarde voor W4 = 19,52 + 10 = 29,52 gram.
W4 = 29,52 gram startwaarde
20% oud water eruit = (-5,9 gram) dus nog 23,62 gram over, maar door inbreng van vers water (of wat dan ook) breng je weer 10 gram in, dus startwaarde voor W4 = 33,62 + 10 = 43,62gram.
W5 = 43,62 gram startwaarde
20% oud water eruit = (-8,72 gram) dus nog 34,9 gram over, maar door inbreng van vers water (of wat dan ook) breng je weer 10 gram in, dus startwaarde voor W4 = 34,9 + 10 = 44,9 gram.
Startwaarde voor W6 = 44,9 met 20% wissels.
Startwaarde voor W6 = 60 zonder wissels.
Verschil na 6 weken is een verdunning van 'slechts' 25% i.p.v de 38% uit jouw tabel.(Week 1 met startwaarde 0 van jou reken ik niet mee omdat ik in mijn berekening ook gestart ben op 10 gram stof x (= week 2 bij jou))
In geval van een plotse toename van een stof zoals in voorbeeld met de wolfraam as, zal je door wissels van 20% niet zo snel weer af zijn van het overschot. Het enige wat je kan doen, en dan moet je ook al weten dat dit (bijvoorbeeld het wolfraam incident) event is gebeurd, is een heel grote waterwissel.